Oefenen met spelling

Op school ga je je bezighouden met de spelling van zinnen en woorden. Wat houdt dit eigenlijk in? Waarom moet je al die regeltjes uit je hoofd leren. Als we elkaar begrijpen maakt de spelling toch niets uit? Hoe zit dit precies?

Wat is spelling?

Wat is spelling eigenlijk? Dat is een goede vraag! Er is niet echt één manier om het woord ‘spelling’ uit te leggen, maar we willen het best proberen uit te leggen. Als je kijkt in De Grote Van Dale, het woordenboek, zie je de omschrijving: “Spelling is uit letters vormen.” Zoek je op wat een letter is, dan zie je in het woordenboek staan dat dit ‘een teken is die bij het schrijven wordt gebruik om een taalklank of een verbinding van klanken aan te duiden’. Dat klinkt ingewikkeld, maar dat valt best mee.

Spelling is vooral de manier waarop we woorden en zinnen schrijven. In het Groene Boekje staat hoe Nederlandse woorden geschreven moeten worden. Zelfs de overheid houdt zich bezig met hoe een woord gespeld moet worden, samen met de Nederlandse Taalunie. In [het Groene Boekje](https://www.vandale.nl/groene-boekje) staat niet wat de betekenis van een woord is, maar wel hoe je het schrijft.

Waarom is een goede spelling zo belangrijk?

Een goede spelling is belangrijk om elkaar goed te kunnen begrijpen. Het is ook belangrijk voor in de toekomst, want in een sollicitatiebrief of in een boek of een krant, mag geen fout voorkomen.

Het gaat er niet om wat jij belangrijk vindt, maar wat de ander belangrijk vindt. Al vind je zelf een d/t-fout niet zo belangrijk, kan het toch zijn dat een toekomstige baas jouw brief daarop afkeurt. Dan verdwijnt deze in de prullenbak, zonder dat deze is gelezen. Dat is jammer.

Door netjes te spellen en aandacht aan je taal te besteden, laat je zien dat je respect hebt voor de lezer. Dat je je best doet om zo goed mogelijk begrepen te worden. Daarom is het zo belangrijk om goed je best te doen op spelling.

Als we elkaar begrijpen, is het toch goed?

Je zou denken: ‘Als een ander mij begrijpt, dan maakt het toch niet uit hoe een woord gespeld wordt?’ Dat is wel zo, maar toch is het belangrijk om foutloos te schrijven. Door goed met de taalregels om te gaan, houd je rekening met je omgeving.

Vergelijk het met welke kleren je aan doet. Naar een feestje doe je waarschijnlijk iets anders aan dan naar school. En je laat toch ook geen boer in een net restaurant? Zo zijn er ook regels over hoe je iets schrijft of zegt. Je kunt elkaar wel begrijpen, maar er zijn regels waar je je aan moet houden.

Hoe fout is fout?

Niet iedereen vindt hetzelfde fout, dat is waar. Soms staat iets niet in een boekje en soms vindt niet iedereen een verzorgde spelling heel belangrijk. Maar over bepaalde afspraken zijn we het wel eens. Je kunt je afvragen waarom: ‘Ik vindt’ zo fout wordt gevonden, terwijl ‘Ik vind’ goed is.

Dat komt doordat we taalregels hebben. Op die manier voorkomen we dat het een rommelpotje wordt in geschreven taal, in brieven of in een bericht dat je aan iemand schrijft. Dat hoort bij je opvoeding. We proberen foutloos te schrijven.

Een taalfout is zo gemaakt

Een foutje is zo gemaakt. Vaak wil je snel reageren, weet je even niet hoe je iets schrijft en gok je hoe je iets schrijft. Dat is geen goed idee. Ga niet alleen af op je gevoel, maar zoek het gerust even op. Het kan namelijk goed zijn dat je iets fout schrijft doordat je het fout in de krant of op reclameposters hebt gezien.

‘Maar we hebben toch spellingscontrole?’

Als je een tekst schrijft op de computer of op de telefoon, kun je spellingscontrole gebruiken. Maar wat nu als je een brief op papier schrijft? Dan heb je geen spellingscontrole en moet je uit het hoofd de spellingsregels gebruiken. Je kunt dus niet altijd de spellingscontrole gebruiken. Daarom is het belangrijk dat je de regels uit het hoofd kent.

Daar komt nog bij dat de spellingscontrole niet altijd gelijk heeft. Het is zeker een handig hulpmiddel, maar sommige woorden glippen er doorheen. Dat komt doordat ze op verschillende manieren geschreven kunnen worden. Zo is ‘gebeurt’ goed, maar ‘gebeurd’ ook. Het ligt er maar net aan of het in de tegenwoordige of de verleden tijd moet worden geschreven. En ‘jou’ is goed als persoonlijk voornaamwoord, terwijl ‘jouw’ goed is als bezittelijk voornaamwoord. Zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Waarschijnlijk snap je het al: spelling is heel belangrijk. Het leren van de regels is net zo belangrijk. Daarom moet je veel met het schrijven van [zinnen en woorden oefenen](/).