📙 Woordjes leren

Heb jij binnenkort een toets en moet je woordjes leren? Dan denk je nu misschien: ‘Hoe ga ik die hele rij met woorden en zinnen onthouden?’ Misschien vind je het zelfs een beetje spannend. Geen nood, we zijn er om je te helpen. Een paar trucjes waarmee je snel en goed woordjes kunt leren.

Woordjes leren volgens de ‘afdekmethode’

Een goede manier om woordjes te leren, is met de ‘afdekmethode’. Toen er nog geen computers waren, gebruikten je vader en je moeder deze manier om woordjes te leren. Met afdekken bedoelen we dat je je hand op een woordje legt, zodat je deze niet meer ziet. Dat werkt zo:

Eerst kijk je heel goed naar een woord of een zin. Hoe ziet dit woord of deze zin er precies uit? Lees de betekenis en probeer het te onthouden. Dit doe je door er bijvoorbeeld een voorstelling van te maken. Wat betekent het Franse woord ‘soleil?’ Inderdaad, ‘zon’. Denk bij dit woord aan een lekker dagje strand. En bij het Engelse woord ‘to halt’ (tegenhouden) zie je waarschijnlijk wel voor je dat je met je hand iets tegenhoudt.

Zo blijven woordjes hangen. Schrijf nu het woord of de zin voor het eerst op een blaadje. Kijk daarbij niet in je boek. Schrijf het woord of de zin daarna nog een keer op. Lukt het niet? Dan mag je gerust even spieken. Zo ga je door met ieder woord of met iedere zin op de lijst.

Daarna dek je de vreemde woorden of zinnen af met een A4 of met je hand. Probeer de Nederlandse woorden en zinnen te vertalen naar de vreemde taal. Hiervoor gebruik je de voorstelling die je steeds maakt. Daarna schrijf je de woorden en zinnen weer op. Zo kun je ze op een gegeven moment wel dromen!

Tips om woordjes te leren

Lukt het maar niet om de woordjes in je hoeft te krijgen? Woordjes leren betekent stampen en oefenen, maar niet eindeloos. Dan wordt het vervelend. Een paar goede tips:

* Stop eventjes met leren als je je niet kunt concentreren of als je er tegenop ziet. Doe even iets anders, maar spreek met jezelf af wanneer je wel goed aan de slag gaat. Als het lukt, mag je jezelf best belonen. * Beloon jezelf bijvoorbeeld met iets lekkers of met een avondje tv-kijken; * Leer niet te veel in één keer. Leer in kleine porties. Elke dag ongeveer een half uurtje leren, werkt het best; * Maak een goede planning. Zet ook op de planning wanneer je de woordjes gaat herhalen; * Herhaal de woorden en zinnen die nog moeilijk voor je zijn; * Schrijf de moeilijke woorden en zinnen op een blaadje. Zet er ook de vertaling bij. Leg het blaadje naast je bed en kijk voor het slapengaan even op het blaadje; * Gebruik de woorden af en toe in het echt. Daarmee maak je indruk op vrienden en familie en oefen je pas echt! * De dag voor de toets ga je vroeg slapen, sta je vroeg op en ga je even herhalen. Zo blijven de woordjes en zinnen hangen.

Online woordjes leren

Het liefst leren kinderen tegenwoordig woordjes via de computer. Dat snappen wij heel goed, want het is leuk en het is iets wat je kent. Zeker als je ook spelletjes speelt, is het online leren leuker dan via een papiertje leren. Toch willen we je wel aanraden om nog vaak met papier te werken. Dat is soms nog iets beter. Maar, als je op de computer of smartphone bezig bent, kun je wel een aantal handige websites gebruiken.

Denk bijvoorbeeld aan WRTS. Daarmee kun je zelf woordjes en zinnen leren. Je voert ze zelf in vanuit het boek, of gebruikt de importeerfunctie van WRTS. Dan hoef je zelf niet te typen. Je leert beter als je de woorden en zinnen er zelf inzet, want dan heb je de woorden en zinnen alvast gezien. Je kunt ook lijsten overnemen van de uitgevers van onder meer Stepping Stones (Engels) en Grandes Lignes (Frans). In WRTS hoor je ook hoe woorden en zinnen uitgesproken moeten worden.

Een ander goed idee is WoordjesLeren.nl. Hier kun je voor veel talen woordenlijsten vinden. Dit is handig voor als je echt geen tijd hebt om woordjes in te voeren.

Let op bij het invoeren!

Ga je aan de slag met het invoeren van woordenlijsten? Let dan goed op. Zorg ervoor dat je zorgvuldig de woorden en zinnen invoert. Vergeet dus niet de accenten in het Frans, de leestekens of de hoofdletters in het Duits. Als je dit niet goed doet, kan op een toets het hele woord fout zijn!